Voor de steenfabrieken in Overijssel werd er in 1951 een Centraal Verkoop- en Administratiekantoor opgericht, onder de naam ‘Oost-Nederland’. Oost-Nederland bevond zich eerst in Almelo, maar verhuisde in de jaren ’70 naar Rijssen. Dit was omdat er van de 17 Overijsselse steenfabrieken nog maar vier over waren, allemaal gevestigd in Rijssen.

Gebr. Struijk: Heidebloem - 1975
Gebr. Ten Bolscher - 1982
Baan en Ten Hove - 1982
Smeijers en Voortman - 2005

In die tijd ontstond het idee om, naast de productie van deze overgebleven steenfabrieken, ook ‘vreemde’ stenen  te gaan verkopen. Zo werd het ‘Centraal Verkoop- en Administratiekantoor’ steeds meer een echte Steenhandel.

In de jaren ’70 werd Steenfabriek Heidebloem van de Gebr. Struijk gesloten. In 1982 gingen daar zowel Gebr. Ten Bolscher als Baan en Ten Hove achteraan. Zo bleef alleen Steenfabriek Smeijers en Voortman over als lokale steenfabriek.

De rol van Oost-Nederland was altijd die van productieverkoop van de aangesloten fabrieken. In Nederland, maar met name aan de bouwmaterialenhandel in Oost-Nederland. Handelaren die zich bij Oost-Nederland aansloten, kregen daarbij een korting van Hfl. 7,50 per 1000.

Aangezien Oost-Nederland toen nog onderdeel was van Smeijers en Voortman, ging het mee in de verkoop aan het Australische concern BORAL in 1992. Vier jaar later werd alles doorverkocht aan het Engelse HANSON. In 2000 gingen vervolgens alle fabrieken van HANSON over naar WIENERBERGER.

Door de jaren heen is Oost-Nederland ondanks al deze wisselingen uitgegroeid van 1 naar 4 werknemers. In 2005 werd besloten om de Steenfabriek  Smeijers en Voortman (in Rijssen beter bekend als ‘de oude steenfabriek’) te sluiten. Hierdoor zou Oost Nederland voor een andere locatie moeten kiezen. Uit de daardoor ontstane situatie is per 1 januari 2006 Steenhandel Twenthe BV opgericht en is per 1 mei 2006 Steenhandel Oost-Nederland opgeheven. Dit alles is in goede harmonie met de betrokken partijen tot stand gekomen.